Bezwaar van twee natuur- en landschapsstichtingen tegen de aanleg van nieuwe waterpartijen en nieuwe lanen op de buitenplaats Duivenvoord
De Stichting Horst en Weide en de Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunning die de gemeente Voorschoten wil verlenen voor het graven van nieuwe waterpartijen en voor het aanleggen van nieuwe lanen in het bos van de buitenplaats Duivenvoorde.
De beide stichtingen zijn het eens met de “zwaarwegende bedenkingen” die de Commissie Welstand en Cultureel Erfgoed (Commissie WCE) heeft tegen de aanleg van een extra waterpartij in het bos van Duivenvoorde en tegen de aanleg van een nieuwe laan dwars door het Reigerbos aan de Veurseweg. Ten onrechte gaat de gemeente daar in de ontwerpvergunning helemaal niet op in.
Horst en Weide en Behoud Rijnland hebben er vooral bezwaar tegen dat de gemeente niet duidelijk maakt waarom ze de vergunning wil verlenen, terwijl de bedoeling van al dat graafwerk en al die bomenkap helemaal niet duidelijk is en de effecten daarvan op flora en fauna niet goed onderzocht zijn.
Daarom adviseren de beide stichtingen de gemeente ook eerst na te gaan of al die werkzaamheden werkelijk wel een verbetering van de buitenplaats zullen betekenen en daarbij in te gaan op de bezwaren van de Commissie WCE.
De stichtingen adviseren de gemeente ook de effecten van deze werkzaamheden op flora en fauna beter te laten onderzoeken. Dan pas kan het doel van de werkzaamheden en het ontsluiten van de stille delen van de buitenplaats afgewogen worden tegen de natuureffecten daarvan.
Als de werkzaamheden niet of nauwelijks een verbetering van de buitenplaats betekenen en wel grote natuurschade veroorzaken, zou de vergunning volgens de stichting niet verleend moeten worden.